De peer is nauw verwant aan de appel. De boom bloeit – afhankelijk van het ras – gemiddeld van half april tot begin mei. Een peer groeit uit een bevruchte bloem, meestal eerst met de dikke kant naar boven, maar door het toenemende gewicht van de vrucht kantelt deze geleidelijk naar onderen. Het waren de Romeinen die de vrucht verspreidden over Europa.
Je kunt peren in twee categorieën verdelen: handperen en stoofperen. Handperen rijpen op kamertemperatuur na en worden dan steeds zachter en malser. Stoofperen kun je niet rauw eten en zijn daarom meer een soort groente.
Populaire handperen: De meest gekende handpeersoort is de Conférence. Deze slanke, groen-gebronsde peer kleurt lichtjes geel bij rijping. Ook het sappige, zoete en witte vruchtvlees met zijn verfijnde smaak wordt geler naarmate de vrucht rijper wordt. De Doyenne du Comice wordt de koninginnepeer genoemd wegens haar wit, sappig vruchtvlees en erg zoete smaak. Deze peer heeft een geelgroene kleur met een bruinrode gloed. De Durondeau, een typische herfstpeer, is uiterst geschikt als keukenpeer. De ruwe bronzen schil kleurt goud bij rijping, het witte vruchtvlees heeft een uitgesproken, licht scherpe smaak.
Populaire stoofperen: De Gieser Wildeman-peer is klein en bruingeel met veel roest. Het is een zeer goede, iets zoete stoofpeer met door steencellen korrelig vruchtvlees. Wanneer rode wijn wordt gebruikt, kleurt de peer bij het koken rood.